top of page

4. Gestrand

De opdrachtgever vraagt aan de uitvoerder:

Kies drie cijfers van 1 tot 18 en zeg dit luidop.

(De uitvoerder kiest blind. Blind kiezen wil zeggen dat de uitvoerder de keuze achter de cijfers niet ziet. Hij/zij mag enkel drie cijfers zeggen.)

De opdrachtgever leest de opdracht.

OPDRACHT: 

Veronderstel dat je strandt met een schip op een onbewoond eiland.

De opdrachtgever leest de 3 keuzes voor en vraagt nu aan de uitvoerder:

keuze 1

keuze 2

keuze 3

Kies per gegeven paar wat jij mee wil nemen. 

Zeg waarom je die bepaalde keuzes hebt gemaakt (je argumenteert dus).

Duur: minimaal één minuut, maximaal twee minuten.

 

1 Schoenen of Sokken

2 Kalender of Horloge

3 Spiegel of Kompas

4 Jas of Deken

5 Sjaal of Muts

6 Tandenborstel of Kam

7 Schaar of Zwitsers mes

8 Pen of Paperclip

9 Zeep of Tandpasta

10 Vork of Lepel

11 Schroevendraaier of Hamer

12 Stickers of Papier

13 Woordenboek of Boek

14 Regenjas of Paraplu

15 GSM of Laptop

16 Visvoeder of Vishaak

17 Touw of Riem

18 Broek of Short

 

bottom of page