32. Standpunt maken

De opdrachtgever vraagt aan de uitvoerder:
Kies drie cijfers van 1 tot 20 en zeg dit luidop.
(De uitvoerder kiest blind. Blind kiezen wil zeggen dat de uitvoerder de keuze achter de cijfers niet ziet. Hij/zij mag enkel drie cijfers zeggen.)
​
De opdrachtgever leest de opdracht.
OPDRACHT: 
Maak met de drie woorden die overeenkomen met de cijfers uit een lijst een standpunt
Uit het eerste lijstje met instanties, het cijfer (zeg het cijfer en het woord dat in de lijst staat)
Uit een tweede lijstje met werkwoorden, het cijfer (zeg het cijfer en het woord dat in de lijst staat)
Uit een derde lijstje met een topic, het cijfer (zeg het cijfer en het woord dat in de lijst staat)

1. Maak met deze drie woorden een standpunt.

Een voorbeeld: Scholen (uit het lijstje instanties) zouden het dragen van merkkleding (uit het lijstje topic) op school moeten verbieden (uit het lijstje werkwoorden).

2. Geef kort aan waarom je dit standpunt hebt geformuleerd.

3.  Pleit vervolgens zowel pro met twee argumenten als contra met twee argumenten

Duur: in totaal minimaal drie minuten, maximaal vijf minuten.