top of page

28. Voordeel-Nadeel 
 

De opdrachtgever vraagt aan de uitvoerder:

Kies één cijfer van 1 tot 20 en zeg dit luidop.

(De uitvoerder kiest blind. Blind kiezen wil zeggen dat de uitvoerder de keuze achter het cijfer niet ziet. Hij/zij mag enkel een cijfer zeggen.)

Nadat de uitvoerder de keuze heeft gemaakt leest de opdrachtgever de opdracht

OPDRACHT
'Ieder nadeel heb zijn voordeel', zo zei ooit Johan Cruyf (een beroemd Nederlandse voetballer).

Spreek minimaal één minuut, maximaal twee minuten over de voordelen en nadelen van (lees als opdrachtgever voluit de tekst die bij het gekozen cijfer hoort). 
Weeg de voordelen en de nadelen t.o.v. elkaar af. 


1. Enkel het openbaar vervoer nemen om je te verplaatsen.
2. Een huis huren.
3. Vakantie in eigen land.
4. Een boot bezitten.
5. Aan co-housing doen.
6. Trouwen.
7. Een latrelatie te hebben.
8. Een tuin hebben.
9. Een auto hebben.
10. Lang zijn.
11. Alleen zijn en alleen wonen.
12. Handig zijn.
13. Beroemd zijn.
14. Jong zijn.
15. Oud zijn.
16. Spaarzaam zijn.
17. Grappig zijn.
18. In een grootstad wonen.
19. Altijd goede cijfers behalen.
20. De luidruchtigste van de klas te zijn.

bottom of page