top of page

16. Schenk weg

De opdrachtgever leest de opdracht.

Opdracht:

Veronderstel dat je besluit iets te schenken.

Wat zou het zijn?

Om je te helpen geef ik je twee voorbeelden:

Ik schenk mijn oude playstation aan een ziekenhuis met veel jonge, zieke kindjes.

Ik schenk mijn telefoon aan mijn oma omdat ik haar dan beter kan bereiken.

In wat je vertelt komen tenminste toch zeker volgende elementen aan bod:

Waarom vind je het belangrijk om iets te schenken?

Waarom wil je juist dat geschenk aan die persoon, personen, instelling schenken?

Hoe voel je je dan na het schenken?

Waarom denk je dat diegene die jouw geschenk ontvangt daar blij mee zal zijn?

Maar misschien wil je nog elementen toevoegen? Doe gerust!

Vertel hierover gedurende minimaal één minuut, maximaal twee minuten.

bottom of page