20.Meenemen

 

De opdrachtgever vraagt aan de uitvoerder:

Kies één cijfer van 1 tot 26 en zeg dit luidop.

(De uitvoerder kiest blind. Blind kiezen wil zeggen dat de uitvoerder de keuze achter het cijfer niet ziet. Hij/zij mag enkel een cijfer zeggen.)

 

De opdrachtgever leest de opdracht.

OPDRACHT

Noem drie dingen die je zou meenemen naar (lees als opdrachtgever voluit de tekst die bij het gekozen cijfer hoort) en leg uit waarom.

​

Voorbeeld:

Ik ga naar 'Nederland' en ik neem mee: Belgisch bier, Franse kaas en een boot.

​

Jouw betoog duurt minimaal één minuut, maximaal twee minuten.

​

1. Nederland 

2. het werk 

3. het strand 

4. Amerika

5. de bioscoop

6. het zwembad

7. de school

8. mijn vrienden

9. mijn vriend (vriendin)

10. een museum

11. de ruimte

12. een voetbalwedstrijd

13. een party

14. een galabal

15. Italië

16. de kust

17. de Ardennen

18. Frankrijk

19. een pretpark

20. een betoging

21. Het Witte Huis

22. Het Kremlin

23. Noord Korea

24. een indianenstam

25. de gevangenis

26. een woon-zorgcentrum

I

​