top of page

31. Feit, mening, waardeoordeel, vraag, handeling of bevel?

 

De opdrachtgever vraagt aan de uitvoerder:

Kies één cijfer van 1 tot 31 en zeg dit luidop.

(De uitvoerder kiest blind. Blind kiezen wil zeggen dat de uitvoerder de keuze achter het cijfer niet ziet. Hij/zij mag enkel een cijfer zeggen.)

Nadat de uitvoerder de keuze heeft gemaakt leest de opdrachtgever de opdracht

OPDRACHT

Is de zin (lees als opdrachtgever voluit de tekst die bij het gekozen cijfer hoort) een feit, een mening (preferentie), een waardeoordeel (smaak) een handeling of bevel. Bespreek en motiveer, je krijgt één minuut.

1. Er bestaan buitenaardse wezens.

2. In Nederland leven meer mensen van buitenlandse origine dan in België.

3. Koning Filip is een goede koning.

4. Honden zijn leuker dan katten.

5. We moeten alle vluchtelingen opvangen.

6. De aarde warmt op.  

7. Het is mooi weer.

8. Een dieselwagen vervuilt meer dan een benzinewagen. 

9. Wil je een kopje koffie?

10.Ik eet graag spinazie.

11. Wil je soep of salade? 

12. Het internet en mobiele telefoons hebben de manier waarop mensen communiceren enorm veranderd.

13. Frankrijk en België zijn buurlanden.

14. Ensor is een betere schilder dan Picasso.

15. Het platteland is leuker dan de stad.

16. Kwik is voornamelijk samengesteld uit hete gassen.

17. Jan liep naar de winkel, kocht een krant, en ging toen naar een café om het te lezen.

18. Jouw leraar is een vrouw.

19. We zijn met vakantie.

20. Ik hou van zwemmen.

21. Katten zijn geen lieve beesten.

22. Ga ervoor jongens! 

23. Hij is lang . 

24. Hij is dik.

25. Vijf en vijf is tien.

26. Maak je kamer schoon!

27. Mag ik deze dans van u? 

28. Zuurstof is een chemisch element.

29. Waarom ga je niet naar huis?

30. Hoe kan je nu zo dom zijn dit te geloven?

31. De aarde draait rond de zon.

 

bottom of page